In de sport- en revalidatiepraktijk worden regelmatig testen afgenomen waarmee onder meer bepaald kan worden of een sporter fit genoeg is voor de training en of hij vooruit of achteruit is gegaan als gevolg van training of een specifieke interventie. Zo laten sommige trainers hun sporters regelmatig een bounce drop jump uitvoeren om de reactive strenght index (ratio tussen grondcontacttijd en spronghoogte) te bepalen. Op basis van de testscore, eventueel in combinatie met resultaten uit andere objectieve en subjectieve metingen, wordt bepaald of de sporter fit genoeg is voor de geplande training(en). Sommige fysiotherapeuten gebruiken regelmatig een repetition maximum (RM) test om de vooruitgang van een patiënt in de revalidatie te monitoren. Naast deze voorbeelden zijn er nog talloze manieren waarop testen in de sportpraktijk toegepast worden.

 

Echte verandering?

Bij het interpreteren van testresultaten is het echter vaak onduidelijk of de verandering ten opzichte van een eerdere metingen komt door een verbetering of achteruitgang van de sporter of patiënt, of door de typische variatie die een individu laat zien bij het herhalen van een test. Is een toename in spronghoogte van 40 naar 42 cm als gevolg van twee weken trainen bijvoorbeeld een ‘echte’ verandering of een meetfout (typische variatie)? En als het een ‘echte’ verandering is, is deze dan ook groot genoeg om praktisch relevant te zijn?

Om deze vragen te beantwoorden moet er rekening worden gehouden met de typische meetfout en de kleinste relevante verandering. In een nieuw artikel voor het wetenschappelijk sportblad Sportgericht licht ik toe hoe een nieuwe spreadsheet gebruikt kan worden om de vooruitgang van individuele sporters en patiënten te monitoren.

Download het artikel hier gratis.

Klik hier voor een Engelstalige video waarin ik uitleg hoe de spreadsheet gebruikt kan worden. Het artikel bevat echter nog meer informatie.

 

Typische meetfout en kleinste relevante verandering

Voordat de spreadsheet gebruikt kan worden moet er een typische meetfout en kleinste relevante verandering ingegeven worden. In de tabel staan de typische meetfout en kleinste relevante verandering voor enkele veelgebruikte fysieke testen.

Tabel. Typische meetfout en kleinste relevante verandering voor enkele veelgebruikte testen

Test Apparatuur Groep met referentie Typische meetfout Degrees of freedom* Kleinste relevante verandering
Countermovement jump Sprongmat Studenten lichamelijke opvoeding7 1.0 cm (2.8%) 276 0.9 cm
Squat jump Sprongmat Studenten lichamelijke opvoeding7 1.1 cm (3.3%) 276 0.84 cm
Reactive strength index bij drop jump van 40 cm hoogte Sprongmat Professionele basketballers8 2.1 (3%) 36 0.052
1-RM leg press Leg press Ongetrainde mannen en vrouwen van middelbare leeftijd9 8.0 kg (3.9%) 78 16.6 kg
Vo2max Loopband Goed getraind midden langeafstandlopers10 1.3 ml∙min-1∙kg-1

(2.9%)

30 3.08 ml∙min-1∙kg-1

* Bij invoeren in spreadsheet hoeft hier niet meer -1 van afgetrokken te worden

 

Referenties

  1. Markovic G, Dizdar D, Jukic I, et al. Reliability and factorial validity of squat and countermovement jump tests. J Strenght Cond Res 2004;18(3):551-55.
  2. Markwick WJ, Bird SP, Tufano JJ, et al. The intraday reliability of the Reactive Strength Index calculated from a drop jump in professional men’s basketball. Int J Sports Physiol Perform 2015;10(4):482-8. doi: 10.1123/ijspp.2014-0265 [published Online First: 2014/11/14]
  3. Levinger I, Goodman C, Hare DL, et al. The reliability of the 1RM strength test for untrained middle-aged individuals. J Sci Med Sport 2009;12(2):310-6. doi: 10.1016/j.jsams.2007.10.007
  4. Saunders PU, Pyne DB, Telford RD, et al. Reliability and variability of running economy in elite distance runners. Med Sci Sports Exerc 2004;36(11):1972-6.
Share this post
Het monitoren van prestatie veranderingen bij individuele sporters of patiënten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.