In de meeste sportsituaties is er maar een zeer korte tijd (namelijk < 300 ms) om kracht te produceren. Het grondcontact tijdens sprinten is bijvoorbeeld rond de 100 ms en de werpfase bij speerwerpen duurt slechts 120 ms [1]. Het
In de meeste sportsituaties is er maar een zeer korte tijd (namelijk < 300 ms) om kracht te produceren. Het grondcontact tijdens sprinten is bijvoorbeeld rond de 100 ms en de werpfase bij speerwerpen duurt slechts 120 ms [1]. Het